Het mag gezegd zijn: elke regisseur die de ambitie heeft om iets nieuws te proberen en zich niet zomaar neer te leggen bij de regels en tradities van een genre, moet sowieso in de bloemetjes worden gezet.
We krijgen immers al te vaak films in de bioscoop die geen enkel risico nemen en die je dus van voor tot achter kan voorspellen. Wat dat betreft, springt The Philosophers alvast mooi uit de band. Omdat hij het heeft over een klas filosofiestudenten die debatteren over verschillende scenario’s word je ertoe uitgenodigd om mee te denken, en omdat die rampscenario’s op zich opwindend en spannend zijn, zie je er ook hoegenaamd geen graten in om een beetje werk te verrichten.
Het probleem is echter dat The Philosophers bevolkt is met vleesgeworden stokfiguurtjes, die op een handvol zeldzame uitzonderingen na meer gekozen lijken om hun smoeltje dan hun brein. Dat verhoogt weliswaar het visuele genot maar is nefast voor de geloofwaardigheid van de film. Voor zover die er überhaupt is, want je mag eigenlijk niet te lang stilstaan bij het hele concept voor je er dwars doorheen kijkt. The Philosophers is aantrekkelijker als idee dan als waterdichte redenering.