Ik maakte me wel zorgen toen ik naar de persvoorstelling van Minuscule ging. Zou deze geweldige serie van korte afleveringen van 10 minuten, die echte opnames (superbe landschappen van de nationale parken Ecrins en Mercantour in 3D) en synthesebeelden (de fauna van insecten), stand kunnen houden in een film van anderhalf uur? Tot mijn grote verbazing doet “La vallée des fourmis perdues” veel meer dan dat en pakt uit met een klassiek maar episch verhaal dat inventief in scène is gebracht en voortdurend grappig is. Het is een koddige mix tussen een microscopische western en een nanoversie van The Lord of the Rings, waarbij de orks zijn vervangen door even bloeddorstige rode mieren. “Minuscule” wordt groot dankzij de poëzie die ontstaat omdat men het heeft aangedurfd om de hele film zonder woorden te maken. En de magie doet zijn werk, zowel voor klein (het lieveheersbeestje en de kleine zwarte mier zijn superschattig) als voor groot. Als we echt lastig willen doen, kunnen we erop wijzen dat sommige passages van het verhaal volstrekt onnodig zijn (de hilarische scène van de verblijfsplaats van de spin in de riool) - maar ach, ze zijn op zich zo geslaagd dat ze geen afbreuk doen aan het ritme en dat de charme blijft werken. Kortom, een beestige film…