Sommige mensen trekken lessen uit hun fouten, anderen (doorgaans niet de meest intelligente) trappen gewoon opnieuw in de stinkende drol. Na 'Sea of Monsters' mogen we veilig stellen dat de 'Percy Jackson'-serie tot de tweede categorie behoort. Het avontuur over de bastaardnakomelingen van de Griekse goden en de mythologische monsters die ze tijdens hun queesten tegen het lijf lopen, profiteert zeker van de vooruitgang die specialisten boeken op het vlak van computereffecten. De schepsels zien er daardoor geloofwaardiger uit dan de vorige keer. Maar wat ben je met goeie monsters als je menselijke figuren zo afzichtelijk oppervlakkig en irritant zijn? 'Sea of Monsters' laat de actie keer op keer stilvallen voor oninteressante momenten van bezinning en stroperig sentiment. Bovendien bevat de film zoveel verwijzingen naar de kracht van geloof en de aanwezigheid van de onzichtbare Vader dat ik op de duur flashbacks kreeg naar de catechese die ik ter voorbereiding van mijn vormsel moest doorstaan. Niet aangenaam, kan ik je verzekeren. Voeg daar de opvallende meerderheid van blanke gezichten in het halfgodenkamp aan toe, en je krijgt een situatie die verdacht onfris ruikt. (RN)