Cannes is niet Cannes als er geen film vertoond wordt die ergens tegen de schenen schopt of op een andere manier choqueert. Dit jaar was alle hoop gevestigd op Love van eeuwige kwajongen Gaspar Noé. Maar dat valt dik tegen.
Als Cannes één film in zijn 68ste editie had die de gemoederen wat kon opzwepen, dan was het wel Love. Leg de elementen maar eens naast elkaar. Je hebt om te beginnen Gaspar Noé, de Argentijns-Franse cineast die eerder al de boel stevig door elkaar schudde met films als Seul contre tous en vooral Irréversible. Daarnaast was er het nieuws dat Love een hele resem seksscènes zou bevatten die niets onder de lakens verstoppen. En tot slot zouden we het allemaal in glorieus 3D op ons bord krijgen.
Dat vooruitzicht leverde chaotische taferelen op aan het festivalpaleis. Love werd namelijk vertoond als Midnight Screening, met als opgegeven startuur kwart over middernacht. Niet niks als je weet dat de film 2 uur en 10 minuten duurt. De rijen met mensen die Love absoluut wilden zien waren echter zo lang dat er nauwelijks schot in de zaak zat. Uiteindelijk is het expliciete liefdesdrama pas om 1 uur in de ochtend kunnen beginnen, en moesten tientallen mensen diep ontgoocheld afdruipen.
De ontgoocheling van de mensen die Love wel konden bekijken, was echter niet minder. Noé brengt de seks smaakvol in beeld en schept samen met de Belgische cameraman Benoît Debie een warme sfeer, maar daarmee is ook alles gezegd. Love hangt elkaar van de banaliteiten, neemt zichzelf geweldig au sérieux -- al is Noés eigen cameo wel geestig -- en raakt nauwelijks een gevoelige snaar. Of om het een beetje minder eerbiedig uit te drukken: de acteurs hebben seks, Gaspar Noé rukt zich af.